Een terugblik: wat speelde er in juni 2020?
De tweede ronde van het onderzoek vond plaats tussen 1 en 30 juni 2020. De Belgische grenzen waren inmiddels weer open. Per 1 juni kon ook iedereen met klachten getest worden. De sfeer was optimistisch: op 24 juni werd aangekondigt dat er per 1 juli meer versoepelingen zouden komen dan eerst verwacht werd. Ondanks de versoepelingen die per 1 juni weer in gingen, werd de maand ook gekenmerkt door protesten. Het begon met de Black Lives Matter protesten, en later volgden ook protesten tegen het corona beleid.
De deelnemers van de tweede ronde
Er zijn 1465 panelleden uitgenodigd en 1352 panelleden hebben de vragenlijst volledig ingevuld. De beschreven resultaten gaan dus over deze 1352 panelleden. In onderstaand schema staan de belangrijkste demografische kenmerken van deze groep mensen visueel weergegeven. In onze steekproef gaven 40 personen (3%) aan dat zij COVID-19 achtige symptomen hadden, zoals hoesten, koorts en/of kortademigheid, en 32 mensen (2,4%) waren getest op het coronavirus. Niet iedereen die klachten heeft laat zich dus ook testen. Een persoon (0,1%) gaf aan het coronavirus te hebben (gehad). Ook gaf 11,5% (156 personen) aan iemand te kennen die het coronavirus heeft (gehad). Deze steekproef is representatief voor de Nederlandse bevolking.
Voorzorgsmaatregelen
Als er in Nederland een landelijke uitbraak van een infectieziekte is, coördineert het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) de bestrijding van de ziekte. Dat is ook nu zo, bij de uitbraak van het nieuwe coronavirus. Om het virus maximaal te controleren, is er een aantal voorzorgsmaatregelen opgesteld waar wij ons als Nederlanders aan kunnen houden om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan.
De maatregelen die het RIVM hebben gecommuniceerd om verspreiding van het virus te voorkomen waren in juni hetzelfde als in mei:
1) was vaak uw handen
2) hoest en nies in de binnenkant van uw elleboog
3) gebruik papieren zakdoekjes om uw neus te snuiten en gooi deze daarna weg
4) schud geen handen
5) houd 1,5 meter afstand (2 armlengtes) van anderen
6) werk zoveel mogelijk thuis
In onze vragenlijst werd gevraagd in hoeverre men zich aan deze voorzorgsmaatregelen hield in de maand juni.
In onderstaande grafiek ziet u hoe goed men zich aan de maatregelen hield in juni. Als u wilt kunt u de antwoordcategorieën aan- en uit zetten door op de bolletjes onderaan te klikken. Zo kunt u bijvoorbeeld alleen de balken van “nooit” en “altijd” in beeld brengen door de rest uit te schakelen.
[wpdatachart id=30]
Hieronder ziet u ook weergegeven hoe het naleven van de maatregelen verandert gedurende de tijd.
[wpdatachart id=31]
De 1,5 meter afstand norm beginnen mensen langzaam lastiger te vinden. In mei gaf 0,5% aan nooit de 1,5 meter afstand te hanteren, en in juni verdubbelde dit aantal (1,1%). Het aantal mensen dat aangaf altijd de 1,5 meter afstand te hanteren daalde juist: 36,7% zei dit altijd te doen in juni, terwijl dit in mei nog 45,9% was. 22,1% van de mensen gaf dan ook aan dat het in hun dagelijkse bezigheden bijna onmogelijk was om 1,5 meter afstand te houden van anderen mensen buiten hun huishouden. Dit komt bijvoorbeeld door hun werk.
Geen handen schudden was nog steeds de makkelijkste maatregel om zich aan te houden (82,6% deed dit altijd). Opvallend is wel dat bij alle maatregelen mensen minder vaak aangaven zich er altijd aan te houden. Mensen lijken dus over het algemeen wat af te zwakken. De hoeveelheid mensen die zich nooit aan de maatregelen houden is nauwelijk gestegen, behalve als het om thuiswerken gaat. In juni gaf 30,1% aan aan nooit thuis te werken, dat is ongeveer 5% meer dan in mei.
Net als in mei, hielden vrouwen zich over het algemeen beter aan de maatregelen dan mannen, en leek leeftijd geen belangrijke rol te spelen.
Nepnieuws
Onder nepnieuws vallen mediaberichten die (tot op heden) niet gegrond zijn en daarom als onjuist worden gezien. Als onderdeel van de vragenlijst kregen deelnemers stellingen te zien en wij vroegen hen in hoeverre ze deze als waar of niet waar inschatten. Wilt u zelf beoordelen hoe goed u nepnieuws kunt herkennen en weten hoe goed Nederland dit kan? Doe dan deze quiz.
De stellingen waarbij mensen het het vaakst fout hadden waren:
“Zodra er een vaccin voor het coronavirus is, wordt meteen de hele Nederlandse bevolking ingeënt.”
Deze stelling is onjuist, want bepaalde groepen krijgen waarschijnlijk voorrang. In deze video wordt dat duidelijk uitgelegd.
“Vanaf 1 juni mogen terrassen open. Er geldt hier geen maximumaantal personen, zolang iedereen aan een tafel zit en 1,5 meter afstand tot elkaar houdt (behalve mensen uit hetzelfde huishouden).”
Hier was veel onduidelijkheid over, omdat je in de praktijk ook met tweetallen samen mag zitten zonder dat je uit hetzelfde huishouden komt.
Op de site van de rijksoverheid staat echter dit: “In restaurants, cafés en op het terras, binnen en buiten, houden gasten altijd 1,5 meter afstand tot elkaar (tenzij ze uit 1 huishouden komen), hebben ze een vaste zitplaats en leven ze hygiënemaatregelen na.” Daar worden de tweetallen dus niet genoemd, en dat maakt dat er verwarring was.
Net zoals in mei verschilde het aantal correct benoemde stellingen per opleidingsniveau. In onderstaande grafiek staat dit weergegeven. De gegevens van mei staan hier ook in. Zo zie je dat het erop lijkt dat men over het algemeen iets beter kon bepalen of iets waar of niet waar was in juni dan in mei.
[wpdatachart id=32]
Mediagebruik
In het onderzoek vroegen wij onze deelnemers ook via welke media zij nieuws over het coronavirus volgden.
De traditionele nieuwskanalen waren net als in mei het populairst: 48,1% van de steekproef keek dagelijks TV nieuws, 22,3% gebruikte dagelijks nieuwsapps zoals nu.nl en 21,9% bekeek dagelijks websites van TV nieuws zoals RTL en NOS en om informatie over het coronavirus tot zich te nemen. Dagelijkse nieuwsconsumptie lijkt over het algemeen overigens wel wat afgenomen: in mei keek nog 56,9% dagelijks TV nieuws, en dat was toen ook het populairste medium. In juni was dat dus nog maar 48,1%. Uit opmerkingen van de deelnemers bleek dan ook dat mensen een beetje “coronamoe” zijn: sommige deelnemers gaven aan bewust te kiezen om NIET iedere dag nieuws over het virus op te zoeken.
Het aantal personen dat nooit op de overheidswebsites zoals RIVM.nl keek is dan ook licht gestegen (55,9% keek in mei nooit op de overheidswebsites, in juni was dat 57%).
[wpdatachart id=33]
De betrouwbaarheidsinschattingen van de verschillende media bleven nagenoeg onveranderd. Overheidssites werden nog steeds als meest betrouwbaar gezien, gevolgd door TV Nieuws en TV Actualiteitenprogramma’s zoals EenVandaag. Sociale media werd – net als in mei – als meest onbetrouwbaar gezien.
Risicoperceptie
Hoe schat Nederland de risico’s in rondom deze crisis? Wij vroegen onze deelnemers naar hun risicoperceptie.
In mei dacht men gemiddeld 26,3% kans te hebben om het virus die maand op te lopen. In juni is dat percentage gedaald naar 22,6%. Het aantal mensen die de kans op 50/50 inschatten is ook licht gedaald. Verder is er, zoals je in onderstaande grafiek kunt zien, weinig veranderd in de risicoperceptie van de deelnemers.
[wpdatachart id=34]
3 personen waren 100% zeker dat ze het virus in juni zouden oplopen, en 90 personen waren 100% zeker dat ze het NIET zouden oplopen. Wederom schatten vrouwen (23,8%) de kans om besmet te worden hoger in dan mannen (21,4%). Deze percentages zijn ook iets lager dan in mei; over het algemeen lijkt het gevoel risico te lopen dus iets af te nemen.
Ook leeftijd bleek een rol te spelen: Ouderen schatten het risico op besmetting gemiddeld iets lager in dan jongeren.
Welzijn
Tot slot onderzochten wij hoe men zich de afgelopen periode voelde. Uit onze steekproef kwam naar voren dat men zich in juni, net als in mei, niet echt eenzaam voelde. Men voelde zich meestal goed tijdens deze periode. Onze deelnemers voelden zich in juni significant minder angstig en bang dan in mei. Ook voelde men zich net zo sterk als in mei. Wel gaven mensen aan iets minder oplettend te zijn.
Leeftijd en geslacht leken invloed te hebben op het welzijn van de deelnemers. Net zoals in mei rapporteerden oudere mensen gemiddeld genomen een hoger welzijn dan jongere mensen. Zij waren ook alerter en oplettender dan jongeren. Jongeren waren juist vaker van streek en nerveus. Vrouwen waren ook vaker angstig, nerveus en van streek dan mannen, en zij rapporteerden ook een algemeen lager welzijn. De verschillen zijn echter klein.